Voorafgaand aan de behandeling bespreekt de fysiotherapeut je bewegingsmogelijkheden. Met een loopbandtest bepaalt hij/zij je conditie en maximale loopafstand. Ook moet je enkele vragenlijsten invullen. Wat volgt is een persoonlijk trainingsschema. De training bestaat naast lopen uit spierversterkende oefeningen. Dit gebeurt allemaal onder begeleiding van de therapeut. In het begin is de therapie 2 tot 3 keer per week. Na verloop van tijd wordt de begeleiding afgebouwd. Dan ga je meer zelfstandig trainen aan de hand van een activeringsprogramma. Dit stimuleert je ook om na afloop van de therapie te blijven bewegen en gezond te leven. 

Gezond leven en het beïnvloeden van je gedrag is een belangrijk onderdeel van de behandeling van etalagebenen. De claudicatiotherapeut ondersteunt je bij het realiseren van een gezonde leefstijl (bijvoorbeeld stoppen met roken, gezonde voeding en voldoende beweging).